Gedicht bij Herfstblad door Hein Walter.

Herfstblad

Roekeloos groeien
is lente, schitterend
in zonlicht, groen,
het vel op maat.

Zomer is welvaart, vol
aanzien, bewust
van wilskracht en fraai,
maar schoonheid

komt pas met gebreken,
als het oog de diepte toont,
de huid voorbij, blootgelegd –
herfst.

Neergezet in taal, vorm
of teken, alles wat is,
wordt eens doorgestreept:
namen, symbolen,

kraaienpoten in de klei, al
het groeiende, al
het bewegingloze, al.
Er is niets dat niet

valt; er is niets
dat niet afbreekt
en in zichzelf kijkt –
herfst.

De boom is klaar
met nemen, opent blad
voor blad de handen, geeft
zich aan wie het ziet.